“Nee, ik hoef geen zangles. Ik kan niet zingen en ga er toch niks mee doen.”
Meld ik de betreffende docent afgelopen juli nadat ik ben aangenomen bij een theateropleiding (doet een rondedansje tussendoor… joehoee!!!) Ik deed daar o.a. een zangauditie en ter voorbereiding daarvan gun ik mezelf een paar zanglessen. Maar daar blijft het voor mij bij.
Eerder zangervaringen, zo’n half leven geleden, zijn op zijn zachtst gezegd niet echt geslaagd. Hoe hard ik ook oefen, zodra ik voor een gezelschap sta schiet er een brok in mijn keel, verkrampen mijn kaken en gaat mijn buik op slot. Conclusie: zingen is niks voor mij. Punt.
Nee. Wacht. Geen punt. Er is nog iets anders.
Tijdens de eerste opleidingsdag begin september vertellen mijn studiegenoten heel enthousiast over de zangles. Er flitst een herinnering voorbij. Ik voel een verlangen opborrelen.
Ik mag tijdens een van die voorbereidende zanglessen namelijk een stukje zingen dat ik leuk vind. Ik krijg daarbij de uitnodiging om vooral plezier te hebben. Het maakt niet uit hoe het klinkt.
Ik begin voorzichtig. Doe er een dansje bij voor wat ontspanning in mijn lijf. Ik moet er van lachen. Daardoor aangemoedigd pak ik een teug lucht, zet mijn keel open en geef alles dat ik in me heb. En dan klikt er iets. Ik voel hoe ik ruimte inneem, hoe mijn stem me draagt en hoe vrolijk dat voelt. Wow, dit wil ik vaker! En dan is er alsnog een brok ik mijn keel 😉
Met dat verlangen uit die herinnering bel ik met de theateropleiding. Of ik alsnog zangles mag volgen. Het mag.
Dus inmiddels heb ik al een paar keer met klotsoksels, bibberknieën en die oh zo bekende brok in mijn keel in de zangles gestaan. Ook nu gaat het niet over de techniek, maar over voelen waar ik klank aan wil geven. Weer voel ik hoe gaaf het is om geluid te maken, om mijn stem te laten klinken. Hoe het smaakt naar meer.
Weet je, misschien is zingen niets voor mij. Ik vind het nog steeds doodeng, moet elke les mijn moed ergens heel ver vandaan zien te halen en wil het liefst weglopen.
Misschien gaat het alleen om de ervaring. En dat is prima. Maar erna ben ik elke keer een beetje lichter. Opgewekter. Het geeft me een gevoel van mogelijkheden, speelruimte en vertrouwen. Daardoor weet ik dat dit besluit klopt.
En precies daar, op de kruising van je verlangen, de gedachten daarover en het spannende van jezelf iets nieuws gunnen, daar ben ik er voor jou.
Niet omdat ik alles durf, ook al denken veel mensen dat blijkbaar van mij, maar juist omdat ik weet hoe het van binnen voelt. Ervoor en erna 😉